duidelijkheid in ruil voor PGB

‘Help, de SVB betaalt niet meer!’ Het klinkt als een noodkreet. Al is de man die me belt, niet heel goed te verstaan. Antwoorden op mijn vragen blijven hangen, ergens tussen zijn verontwaardiging en zijn accent. Diezelfde dag nog werp ik een blik op zijn administratie. Wat ging er mis?

Ik tref de man samen met zijn bijna negentigjarige moeder. Meer nog dan haar zoon worstelt ze met de taal. Al begrijpt ze mijn vragen. Terwijl ik een stortvloed van cijfers en feiten onderga, kijkt ze rustig toe en schuifelt wat door het huis. Sinds 2010 ontvangt deze bejaarde dame een PGB voor persoonlijke verzorging, huishoudelijke hulp en begeleiding. Opgeteld gemiddeld drie uur per dag. Haar zoon neemt alle zorg op zich en ontvangt hiervoor een vast maandbedrag uit het PGB. Dat is dit hele jaar (2015) goed gegaan. Ondanks het verschuiven van geldstromen richting zorgverzekeraar en gemeente.

budgettekort

Tot november. Mijn klant zag zijn PGB-vergoeding slinken naar tweederde. Zijn declaraties had hij nauwkeurig bijgehouden. Al vroeg ik me af: op basis waarvan? Een boekhouder voerde zijn administratie. Maar contact met de SVB over het ‘verdwenen bedrag’ was er nooit geweest. En dan lees ik nog een brief waarin de SVB melding maakt van een dreigend budgettekort. Maar zonder aanvullende informatie over het oorspronkelijke toegekende budget en de recente veranderingen daarin, kan ik daar weinig mee.

vreemd

Een maand geleden heeft een wijkverpleegkundige van een thuiszorgorganisatie opnieuw de zorgbehoefte van de oude dame vastgesteld. Daartoe op het spoor gezet door haar huisarts. Bij de zorgverzekeraar ligt een aanvraag voor zeven uur persoonlijke verzorging per week. Inclusief PGB-plan. Vreemd vind ik dat. Het ingevulde formulier, zonder toelichting, wijst op duidelijk planbare ondersteuning. Er is geen zorgverzekeraar die dat gaat vergoeden middels een PGB. Dus peil ik hoe mijn klant staat tegenover de verwachte thuiszorg. Hij luistert. Zijn moeder sputtert tegen.

geen PGB meer

Het kost me uren om de kluwen van bedragen en indicaties te ontwarren. Ik bel met de zorgverzekeraar, SVB, CIZ. En ontdek: de oorspronkelijke indicatie, en daarmee het overgangsrecht voor de moeder van mijn klant, is inmiddels verlopen. Verder heeft de zorgverzekeraar -net als andere verzekeraars- dit jaar 12,5% gekort op het PGB voor persoonlijke verzorging. Ik weet nu het toegekende bedrag, wat daarvan is uitbetaald en krijg de bevestiging dat een PGB er niet in zit. Maar, tot dat eventueel zorg-in-natura wordt ingezet, kan mijn klant nog maximaal een krappe twee maanden het informele tarief van zeven keer twintig euro per week declareren.

verlies

Deze uitslag plus een toelichting op de stappen die mijn klant nu kan zetten om de zorg voor zijn moeder weer zo snel mogelijk op de rit te krijgen, gaan per mail naar hem toe. Inclusief uitleg dat niet alleen het PGB voor persoonlijke verzorging ophoudt, maar ook voor huishoudelijke hulp en begeleiding. Ik geef aan hoe en via welke weg hij wellicht nog ondersteuning van de gemeente kan krijgen, bied aan dat alvast voor hem in gang te zetten en, als hij dat wil, een Persoonlijk Plan te schrijven.
Mijn mail is gedetailleerder dan dit. Mijn klant verliest namelijk 1440 euro aan maandelijkse ‘inkomsten’. Wellicht als donderslag bij heldere hemel. Dus wil ik dat zo helder mogelijk onderbouwen. Ook vanwege de taalbarriere.

ik vraag me iets af

Vier dagen blijft het stil. Is mijn klant zijn verlies aan het verwerken? Dan krijg ik een telefoontje. ‘Hartelijk dank voor jouw duidelijkheid.’ Maandenlang heeft hij geworsteld. Ingeklemd tussen zijn gebrekkig Nederlands en ingewikkelde regelgeving. De wereld leek zelfs tegen hem. Maar met deze gerichte informatie kan hij weer vooruit. Zijn ‘verlies’ neemt hij op de koop toe.
En ik vraag me af: ‘Was het anders gelopen als de betrokken huisarts even iets verder had gekeken dan de zorgindicatie?’