ratjetoe in cliëntondersteuning

Gemeenten moeten hun burgers onafhankelijke cliëntondersteuning aanbieden bij een keukentafelgesprek. Wat kun je hiervan verwachten? Wat houdt ‘onafhankelijk’ in? En zijn er waarborgen? Gemeenten mogen het zelf bepalen.

Stel, je zit binnenkort aan tafel met een wijkverpleegkundige of een maatschappelijk werker van een wijkzorgteam, sociaal wijkteam of hoe het in jouw gemeente ook heet. De uitkomst van het gesprek bepaalt óf, en in welke mate, je bijvoorbeeld begeleiding krijgt of houdt. Belangrijk dus. Gelukkig ziet de overheid dat ook en stelt daarom gemeenten wettelijk verplicht om onafhankelijke cliëntondersteuning aan te bieden.

een mondvol

Wat houdt cliëntondersteuning in? De overheid zegt op haar website invoeringwmo.nl (hou je vast): ‘…informatie, advies en algemene ondersteuning die bijdraagt aan het versterken van zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen’. Een mondvol uitleg. Maar over wie gaat het hier eigenlijk? Het versterken van zelfredzaamheid en participatie is dé pijler onder de huidige, vernieuwde WMO. Denk aan de nadruk die de overheid legt op burenhulp, voor bijvoorbeeld je kind met psychiatrische problematiek of je dementerende vader (…).
Dus wat er staat, is dat je ondersteuning kunt krijgen waarmee de overheid, gemeenten in dit geval, haar eigen doelen kan verwezenlijken. Of lees ik het fout? En waarom staat er helemaal niets over de cliënt?

belangenverstrengeling

En hoe zit het dan met die onafhankelijkheid? Op dezelfde site vind ik: ‘… de cliënt moet er op kunnen vertrouwen dat de ondersteuning die geboden wordt om de cliënt bij te staan tijdens de besluitvorming over de toekenning van een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget volledig onafhankelijk is van het besluit dat de gemeente uiteindelijk neemt om een cliënt wel of niet een maatwerkvoorziening of persoonsgebonden budget toe te kennen’.
O. Het gaat hier dus niet over de positie van de cliëntondersteuner of over de inhoud van zijn of haar werk, maar wederom over de overheid zelf? Voor mij is het eerlijk gezegd nogal logisch dat iemand die voor mijn belangen opkomt, niet ook degene is die besluit of ik bijvoorbeeld wel of geen PGB krijg. Het enige dat ik uit deze toelichting kan halen, is dat de overheid bang is voor belangenverstrengeling. Opnieuw vraag ik me af: wáár is de cliënt (burger, mantelzorger)?

Al begrijp ik wel hoe deze passage in de wereld komt. Nogal wat gemeenten kennen MEE-consulenten de rol van cliëntondersteuner toe. Diezelfde consulenten maken veelal deel uit van wijkteams. Een duidelijke dubbelrol dus.

houvast

In plaats van een definitie waarin de overheid alvast haar eigen straatje schoonveegt, wil ik graag eens horen aan welke harde criteria een onafhankelijk cliëntondersteuner nu eigenlijk moet voldoen. En dan denk ik aan inschattingsvermogen van een zorgsituatie, actuele kennis van zorg(on)mogelijkheden en -oplossingen, onderhandelingsvaardigheden, kennis van en ervaring in het schrijven van een Persoonlijk Plan. Kortom, ik zoek houvast om uit te kunnen maken of iemand in staat is voor míjn persoonlijke belangen als mantelzorger of zorgvrager op te kunnen komen.

nieuwsgierig

Zolang de overheid zelf zo vaag mogelijk blijft, en gemeenten eigen partijen naar voren schuiven om de plek van cliëntondersteuner in te vullen, zullen er alleen maar meer organisaties bij komen die zelf ‘ondersteuning bij keukentafelgesprekken’ gaan aanbieden. Met voorop de ouderenbonden, cliëntenbelangenorganisaties, patiëntenverenigingen, kerken. Al hun goede bedoelingen ten spijt, voor mantelzorgers die deze ondersteuning écht nodig hebben, is het inmiddels een ratjetoe.

dit artikel is geschreven in april 2015 en gepubliceerd op www.mantelzorgelijk.nl